Aan de hand van de anamnese en eventueel aanvullend onderzoek zal de kPNI-therapeut een behandelplan voorstellen. Dit gaat altijd in samenspraak met de cliënt. Een belangrijke eerste stap en de start van elke behandeling is echter educatie. Binnen de kPNI wordt dit proces deep learning genoemd. Het doel is dat je als cliënt goed begrijpt wat er in je lichaam aan de hand is. En als tweede: welke factoren er aan de ontwikkeling van het probleem hebben bijgedragen. Als duidelijk is wat er speelt, wordt het ook begrijpelijker hoe de situatie aangepakt kan worden. Dit cognitieve begrip draagt bij aan een betere therapietrouw.

Bij adviezen over voeding en beweging zie je al snel door de bomen het bos niet meer en raak je verdwaald in allerlei tegenstrijdige nieuwsberichten, opiniestukken en boeken over dit onderwerp. Wat voor de één werkt kan voor de ander weleens averechts uitpakken. Een kPNI-therapeut houdt in zijn advies rekening met allerlei factoren die invloed uitoefenen op je gezondheid. Welke genen je wellicht hebt, hoe de situatie was tijdens de zwangerschap en eerste levensfase en welke sporten je beoefent. Maar ook welke ziektes je hebt doorgemaakt, wat je eet, wat voor werk je doet en hoeveel stress je hebt, enzovoorts.

Begrip over je eigen lijf en je eigen probleem geeft veel meer helderheid. En een persoonlijk plan van aanpak geeft structuur en focus. Hoe meer je begrijpt over je eigen lichaam, hoe minder je in verwarring zult raken door alle goedbedoelde adviezen die je om je heen hoort. De kPNI-therapeut is er om je in dit proces te begeleiden.

Wetenschappelijke onderbouwing

De kPNI is gestoeld op wetenschap. Om tot een diagnose en behandelplan te komen maakt de therapeut ook gebruik van bestaand wetenschappelijk onderzoek over een bepaalde aandoening. Vaak is er wetenschappelijke informatie bekend over de ontstaansmechanismen van de aandoening. Zoals welke hormonen en immuuncomponenten betrokken zijn, welke socio-economische factoren een rol spelen en of de microflora een rol speelt. Maar ook onderzoek over genetische gevoeligheid, geslachtsspecifieke factoren et cetera. Deze kennis legt de therapeut naast de verkregen informatie uit de anamnese om tot een persoonlijk plan te komen.

Werkwijze van een kPNI-therapeut

Een kPNI-therapeut probeert je klachten- of ziektebeeld te beïnvloeden door middel van leefstijlaanpassingen. Zaken als slaap- en eetgewoonten, maaltijdfrequentie, bewegings- en trainingsadviezen en therapie voor stressreductie. Deze aanpassingen combineert de therapeut waar nodig met specifieke suppletie van natuurlijke stoffen zoals vitaminen, mineralen en kruiden waarvan wetenschappelijk een werking aangetoond is en het werkingsmechanisme in kaart is gebracht.

Om tot een juiste behandelstrategie te komen kan hij gerichte onderzoeken uitvoeren, zoals:

• bloed-, speeksel-, ontlasting- en/of urine-onderzoek.
• specifieke vragenlijsten.
• fysieke tests zoals bloeddruk, lichaamsgewicht, BMI en vetpercentage.

De oorzaak van de klacht oplossen dankzij de zelfgenezende werking van het lichaam

Het uitgangspunt is dat het lichaam in staat is zichzelf te genezen onder de juiste omstandigheden. Medicatie lost zelden de oorzaak op, slechts de symptomen. Ons doel is de werkingsmechanismen áchter de symptomen te begrijpen en aan te pakken zodat de symptomen kunnen verdwijnen. Kortom, een kPNI-therapeut wil de oorzaak oplossen.

Verandering in dagelijkse gewoonten en patronen (gedragsverandering)

Kleine verschillen in dagelijkse gewoonten kunnen op lange termijn grote veranderingen teweeg brengen. Dit begint met openstaan voor verandering. De therapeut geeft gedegen uitleg over de oorsprong van de klachten. Hoe beter je zelf je klachten begrijpt, hoe eenvoudiger het is om veranderingen in kleine (of desgewenst grote) stappen door te voeren. Bijvoorbeeld in de samenstelling van de maaltijd, het doen van enkele oefeningen of het gebruik van een supplement. Een belangrijk uitgangspunt van de kPNI hierin is: 'In de kleinste verandering zit het grootste verschil!'

In de kleinste verandering zit het grootste verschil!

Suppletie

Voedingssupplementen ondersteunen de therapie en kunnen noodzakelijk zijn om:

• specifieke tekorten aan te vullen, zoals vitaminen, mineralen, vetzuren en aminozuren.
• werkingsmechanismen te activeren die het klachtenbeeld gunstig beïnvloeden, zoals het remmen van ontstekingen of verbeteren van de aanmaak van bepaalde hormonen. Of het vergroten van de gevoeligheid van receptoren voor hormonen en het stimuleren van de aanmaak van weefsel.
• een gedragsverandering makkelijker te maken, bijvoorbeeld doordat een supplement meer energie geeft.
• de nieuwe gewoonten te consolideren in de activiteit van specifieke genen (epigenetica).
• uit preventief oogpunt in de toekomst problemen te voorkomen.