Artrose
Artrose
Heb je last van ochtendstijfheid? Dat je ‘s ochtends wakker wordt en je stijf voelt in je gewrichten? Je moet eerst even op gang komen. Een warme douche, wat heen-en-weer lopen en wat rek- en strekoefeningen doen en dan ben je weer ‘good to go’. Is dit herkenbaar? Dan heb je vermoedelijk last van artrose, ofwel: gewrichtsslijtage.
Hoe werkt een gewricht?
Artrose betekent dat het kraakbeen in je gewricht niet meer van goede kwaliteit is. Meer dan 1 miljoen mensen in Nederland hebben hier last van. Een gewricht is de plaats waar er twee botten samenkomen en beweging plaatsvindt. Op het einde van ieder bot bevindt zich kraakbeen. Tussen beide kraakbeendelen bevindt zich een laagje vloeistof: synovia. Rondom het gewricht zit een soort ‘sok’, het kapsel. Dit kapsel houdt het vloeistof in het gewricht. Rondom het gewricht liggen gewrichtsbanden (ligamenten), die voorkomen dat het gewricht uit de kom kan schieten. Bij de heupen en de knieën liggen ook ligamenten in het gewricht die zorgen voor stabiliteit.
Het kraakbeen moet je je voorstellen als een spons. Het moet de inwerkende krachten op het gewricht als een soort schokdemper opvangen. Wanneer een spons nat is, is het veerkrachtig. Wanneer een spons droog is verliest het zijn veerkracht. Sla je er dan op met een hamer dan breekt er een stuk af. Dat is in essentie wat slijtage is. Het kraakbeen is stuk en wordt niet meer gerepareerd.
Hoe houd je je kraakbeen gezond?
Hiervoor moeten we iets dieper inzoomen op de opbouw van kraakbeen. Kraakbeen bestaat uit kraakbeencellen (chondrocyten), bindweefsel (collageenvezels) en hyaluronzuur. Aan het hyaluronzuur zitten dwarse borsteltjes: proteoglycanen. Deze proteoglycanen zijn negatief geladen en binden met water. Water bestaat uit H2O-moleculen.
De meeste vormen van artrose komen voort uit een gebrek aan beweging in plaats van een te veel aan beweging.
Een beetje scheikunde
Twee positief geladen waterstof(H+) ionen en één negatief geladen zuurstof(O2-)-molecuul. De positief geladen waterstofdeeltjes binden aan de negatief geladen proteoglycanen. Hierdoor houdt het kraakbeen vocht vast:
Wat er dus nodig is voor gezond kraakbeen: voldoende collageen, hyaluronzuur en proteoglycanen. Dit noemen we samen GAGs, ofwel Glucos-amino-glycanen, en water. Maar dan zijn we er nog niet, want hoe komt het water in het kraakbeen? Kraakbeen is niet doorbloed. De bloedvaten leveren dus niet rechtstreeks water aan het kraakbeen. Hiervoor is belasting nodig. Door de botten lopen wel kleine bloedvaatjes. Wanneer we bewegen treedt onder invloed van de toenemende druk diffusie op van water, vanuit de bloedvaten in de botten naar de gewrichtsvloeistof (synovia).
Gebrek aan beweging leidt tot uitdroging van kraakbeen
Wanneer een gewricht belast wordt, worden de H+ deeltjes uit het kraakbeen geperst en maken de negatief geladen GAGs (de borsteltjes) contact met elkaar. Net als een magneet stoten deze deeltjes elkaar vervolgens weer af, en trekken de H+ deeltjes weer vanuit het synoviaal vloeistof terug in het kraakbeen. Door beweging wordt de gewrichtsvloeistof en het kraakbeen dus continu ververst. En hier ligt een belangrijke oorzaak van degeneratie van het kraakbeen. Bij een gebrek aan beweging, een gebrek aan water, en een gebrek aan GAGs droogt het kraakbeen uit. Daardoor wordt het een droge spons en breekt sneller af. Wanneer je ’s ochtends stijf uit bed komt, is je kraakbeen dus in feite een beetje uitgedroogd.
Slijtage is dus eigenlijk een misleidende term. De meeste vormen van artrose komen voort uit een gebrek aan beweging in plaats van een te veel aan beweging!
Kan kraakbeen herstellen?
Bij een trauma van een gewricht kan een stuk van het kraakbeen afbreken. Een dergelijk letsel kan alleen door een chirurg verholpen worden. Gelukkig hebben we ook een interne chirurg wanneer de schade veel kleiner is.
Gedurende het dagelijkse leven treedt er microschade op. Ons lichaam is er perfect op aangepast om beschadigd weefsel op te ruimen en te vernieuwen. Wanneer je een flinke work-out doet treedt er microschade op in je spierweefsel. Dit herken je als spierpijn de volgende ochtend.
Er is dan een ontstekingsproces gaande in de spier, waarbij de beschadigde spiervezels worden opgeruimd en er nieuwe voor in de plaats komen. Door dit proces regelmatig te herhalen wordt de spier steeds wat sterker, dit is het effect van training. Je lichaam past zich aan, om de volgende keer beter bestendig te zijn tegen de inwerkende belasting.
Een gebalanceerde voeding is belangrijk.
Maar wat gaat er dan mis bij kraakbeendegeneratie? Waarom wordt dat niet gerepareerd? Naast een gebrek aan beweging zijn verzuring en chronische ontstekingen de belangrijkste redenen.
Verzuring
Verzuring treedt op wanneer er te weinig mineralen binnenkomen via de voeding. Mineralen vinden we voornamelijk in water, groenten en fruit. Ze spelen een belangrijke rol in het evenwicht met verzurende voeding, de macronutriënten koolhydraten, eiwitten (aminozuren) en vetten (vetzuren). Een gebalanceerde voeding is dus belangrijk. Wanneer er een zuuroverschot is, betekent dat in essentie dat er teveel verzurende H+ ionen in het lichaam aanwezig zijn. Aangezien de zuurtegraad in het bloed strikt constant gehouden dient te worden (een pH tussen 7,35 en 7,45) heeft ons lichaam buffers voor een overschot aan zuren. Zo zijn onze longen (uitademen van CO2 en water) en nieren belangrijke zuurbuffers.
Wetenschappelijke bronnen
Chronische verzuring
Ook in onze botten liggen belangrijke mineralen opgeslagen die dienen als zuurbuffer. Chronische verzuring leidt daarom tot mineraalverlies van de botten, oftewel botontkalking. Ook ons kraakbeen is een belangrijke buffer tegen verzuring. Een overschot aan H+ ionen bindt aan de negatief geladen GAGs in ons kraakbeen, waarmee de bindingsplaats voor water bezet wordt gehouden. Het kraakbeen kan dus niet goed gehydrateerd worden, wordt een harde spons, en zal op termijn barsten vertonen.
Nog een belangrijke balans: de vetzuurbalans
Wanneer er barsten in het kraakbeen ontstaan, wordt er een lokale ontstekingsreactie op gang gebracht. Deze ontstekingsreactie heeft als doel dat bepaalde enzymen worden geactiveerd. Deze afbraakenzymen ruimen het beschadigde weefsel op. Nadat het opruimen is voltooid moet er een omslag plaatsvinden, de ontsteking moet eindigen (het gezonde kraakbeen moet immers niet opgeruimd worden). Wanneer de ontsteking is beëindigd moeten andere cellen geactiveerd worden, die weer nieuw kraakbeen (waaronder collageen) gaan maken.
Dit opruimproces geldt voor alle vormen van schade in ons lichaam, dus niet alleen bij kraakbeenletsel, en gaat als volgt:
Vanuit het omega-6-vetzuur arachidonzuur wordt de signaalstof Prostaglandine E2 gevormd. Deze activeert de ontstekingsrespons, waarbij kraakbeencellen (chondrocyten) ontstekingsmediatoren als IL-1, IL6 en TNFa vrijstellen. Deze mediatoren activeren de afbraakenzymen die het beschadigde weefsel als het ware gaan ‘opeten’.
De gemiddelde bloedwaarde aan omega-3-vetzuren in Nederland is 3,5-4,5%, terwijl we minimaal 8% nodig hebben.
Tot hier gaat het meestal wel goed. De gemiddelde Nederlander heeft geen tekort aan omega-6-vetzuren, waardoor het kunnen opwekken van een ontsteking en het afbreken van beschadigd weefsel geen enkel probleem is. Echter, treedt bij de meeste mensen de switch niet op, waarbij dit proces wordt beëindigd. Anders hadden we niet meer dan 1 miljoen mensen met artrose in ons land.
Wat nu nodig is, is het beëindigen van de ontstekingsreactie. Dit gebeurt doordat vanuit omega-3-vetzuren (DHA en EPA) verschillende signaalstoffen worden gevormd die de ontsteking beëindigen.
Wetenschappelijke bronnen
DHA- and EPA-derived resolvins, protectins, and maresins in airway inflammation
In het westen komen we echter omega 3 tekort. De gemiddelde bloedwaarde aan omega-3-vetzuren in Nederland is 3,5-4,5%, terwijl we minimaal 8% nodig hebben om bovenstaand proces goed te laten verlopen. De balans met omega 6 is dus zoek. In het westen consumeren we gemiddeld 15x meer omega 6 dan omega 3. Het universele gebrek aan omega 3 maakt ons dus gevoelig voor chronische ontstekingen, die niet alleen schade in het kraakbeen veroorzaken.
Wetenschappelijke bronnen
The importance of the ratio of omega-6/omega-3 essential fatty acids
Association of reported fish intake and supplementation status with the omega-3 index
De signaalstoffen die vanuit de omega-3-vetzuren worden gevormd zetten de chondrocyten aan tot de productie van mediatoren (IL4 en TGF-beta). Hierdoor worden de afbraakenzymen gedeactiveerd en enzymen die het kraakbeen moeten heropbouwen worden juist geactiveerd.
Waarom een ontstekingsremmer geen oplossing is
Heel simpel gezegd: we hebben geen tekort aan diclofenac, wel een tekort aan omega-3-vetzuren. Omega-3-vetzuren maken een cruciaal onderdeel uit van onze celmembranen, waardoor ze naast ontstekingsremming nog vele andere functies uitoefenen. Medicatie zoals diclofenac of ibuprofen is echter ook geen oplossing, omdat het zowel de ontsteking áls de oplossing remt.
Het zijn zogenaamde COX-remmers. COX is een enzym dat de vorming van Prostaglandine E2 (PGE2) vanuit het omega-6-vetzuur arachidonzuur remt. Dat lijkt een goed idee, maar dit enzym maakt ook het ontstekingsremmende prostaglandine E3 (PGE3) vanuit het omega-3-vetzuur EPA. Wanneer je COX dus remt met dergelijke medicatie rem je zowel de ontsteking, als de genezing. De reparatie-enzymen komen hierdoor ook niet op gang.
We gaan eerst op zoek naar de reden van een chronische ontsteking.
Verontrustend is ook dat PGE3 een anti-kankerwerking heeft, dit wil je uiteraard niet langdurig remmen. Deze groep medicijnen heeft vele bijwerkingen. Een veelvuldige bijwerking is dat het ontstekingen in het maagdarmkanaal veroorzaakt. Juist deze bijwerking veroorzaakt de aanwezigheid van chronische systemische ontstekingen in je lichaam: je maakt het hierdoor alleen maar erger.
Wetenschappelijke bronnen
Eerst zoeken naar de reden van de chronische ontsteking
Er zijn een aantal tools die we therapeutisch kunnen inzetten om slijtage tegen te gaan. In de eerste plaats gaat het om het zoekproces: de diagnostiek achter de reden van de chronische ontsteking.
Bij sommigen mensen gaat dit vooral om het monitoren van psycho-emotionele stress en resistentie tegen het ontstekingsremmende hormoon cortisol. Bij anderen is een doel om het vetpercentage te verlagen, omdat (metname buik-) vetcellen chronische, systemische ontstekingen teweeg brengen. Obesitas (overgewicht met een BMI>30) is een belangrijke risicofactor voor de ontwikkeling van slijtage.
Wetenschappelijke bronnen
Osteoarthritis, obesity and weight loss: evidence, hypotheses and horizons – a scoping review
Beweegtherapie is altijd een must:
- vanwege de fysiologie; het hydrateren van het sponzige kraakbeen.
- vanwege de ontstekingsremmende eigenschappen van spieractiviteit.
- ten behoeve van het verlagen van het vetpercentage.
Een beweegprogramma moet wel dusdanig opgesteld worden dat al deze paramaters in ogenschouw worden genomen.
Een optimaal therapieplan neemt ook de voeding mee en de gezondheid van de darm en darmflora. Wanneer er sprake is van een verstoring in de balans van de darmbacteriën (dysbiose) kan dit ook via verschillende wegen leiden tot systemische ontstekingen en gewrichtsdegeneratie.
Wetenschappelijke bronnen
A correlation between intestinal microbiota dysbiosis and osteoarthritis
De therapeut moet dus uitzoeken of er sprake is verstoringen in het spijsverteringssysteem en de immunologische functie van de darm. Indien nodig behelst dit eliminatie van specifieke voedingsmiddelen die leiden tot een ongewenste immuunrespons. Deze therapie is altijd op maat gemaakt.
Het voedingsplan moet tevens rekening houden met de zuur-base-balans. En het moet de nodige bouwstenen leveren voor de opbouw van kraakbeen, zoals zwavelbruggen en glucosamine voor GAGs en collageen. Tevens moet de vetzuurbalans geoptimaliseerd worden. Er kunnen specifieke supplementen ingezet worden die invloed hebben op het moduleren van de enzymen die de ontstekingen bevorderen dan wel remmen.
Interessante opties zijn kurkuma longa, boswellia serrata en de groenlipmossel. Een nieuwkomer op de markt is ongedenatureerd collageen type 2. Deze vorm van collageen wordt door het lymfesysteem in de darm herkend, waarbij speciale immuuncellen (T-regulator-cellen) migreren via de lymfe naar het aangedane gebied. Aldaar produceren deze T-reg-cellen anti-ontstekingsmediatoren zoals IL4 en TGF-beta, waarbij reparatie-enzymen worden geactiveerd.
Met veel passie zoek ik tijdens een consult de oplossing van de vaak complexe puzzel.Lees meer over Anne-Ruurd